donderdag 1 augustus 2019

Cairns en Townsville

Na een avondje mislukte BBQ (wij zijn er gewoon niet zo van en het ding was voor ons gewoon net even te groot en te ingewikkeld) hebben we de ochtend van onze laatste dag in Cairns de auto gepakt en zijn richting de Atherton Tablelands gereden. Er was ook nog de keuze om ons in het echte toeristische feestgedruis rond Kuranda te storten, maar de rust van het regenwoud en de mogelijkheid om bijzondere natuur te zien won het uiteindelijk vrij gemakkelijk.
Onze eerste bestemming was een kratermeer, Lake Balline, waar we een stukje van het pad om het meer liepen. We zagen er  gigantische kauri bomen (die we nog kenden uit Nieuw Zeeland) en hoorden een heleboel vreemde vogelgeluiden. En het lopen in zo'n exotisch bos is gewoon een unieke ervaring, dus de dag begon gewoon prima.

Na het meer reden we naar het "historische" plaatsje Yungaburra, waar we van iemand van de toeristeninformatie enkele gouden tips kregen. Het dorpje zelf was bijna gezellig te noemen en had wat kleurrijke oude winkeltjes. Na de lunch gingen we iets buiten het dorp eerst naar Peterson Creek, want daar zouden we misschien wel ons eerste vogelbekdier (platypus) te zien krijgen.
We liepen er heel rustig langs het beekje, zagen eerst nog 2 possums in een boom en een paar brush turkeys en toen hadden we inderdaad beet. 2x zagen we een heus vogelbekdier in het water zwemmen, wat ik echt niet had verwacht omdat die toch wel heel zeldzaam zijn. Prima tip dus van de man van de toeristeninformatie.
Even verderop was nog een bijzondere boom te zien, de Curtain fig tree, oftewel een grote vijgenboom die een enorm "gordijn" van luchtwortels had gevormd. Een prachtig gezicht en hij was veel groter dan ik had gedacht. Hieronder een foto vanaf de zijkant.

We sloten de dag af met een welverdiende duik in het bubbelbad bij het huis en de volgende dag reden we door naar Townsville. Onderweg viel vooral op dat er erg veel suikerriet wordt verbouwd in deze regio. Overal kilometerslang velden met hoog riet en erlangs lopen smalspoorrails voor kleine treintjes (de cane trains) die karretjes vol geoogst riet vervoeren naar de suikerfabrieken die we af en toe zagen. Ik denk dat we wel honderd spoorwegovergangen zijn overgekomen.
We maakten een tussenstop in Etty Bay, opnieuw een gouden tip van de man van de toeristeninformatie in Yungaburra, want hier zagen we onze eerste cassowary, een grote loopvogel met een merkwaardige en kleurrijke kop.
Er liep eentje rond bij het strand en toe we weer wegreden was er nog een jong exemplaar en een oudere op de weg. Opnieuw iets wat ik niet had verwacht, want ook deze vogels zijn zeldzaam en komen alleen in dit deel van Australiƫ en enkele andere landen nog voor.

Een 2e stop op weg naar Townsville was bij een mooie waterval (Joumara Falls), waar we na een aardige klim een mooi uitzicht op hadden.





Toen we Townsville binnen reden werden we opnieuw getroffen door het feit dat alle plaatsen er hier toch wel hetzelfde uitzien, met dezelfde fastfood ketens (MacDonalds, Hungry Jacks, KFC, Red Rooster), zelfde supermarkten (Woolworths en Coles), zelfde auto-dealers (te veel om op te noemen) en zelfde soort winkelstraten. Het lijkt ook veel op zoals dat in de VS is, weinig sfeer, geen echt gezellig centrum en al helemaal geen mooie oude gebouwen, hoewel alles wat hier ouder is dan 100 jaar al historic wordt genoemd. Nog iets wat ze met de Amerikanen  gemeen hebben.

In Townsville zaten we in een zogenaamde Queenslander, een groot houten huis met 2 verdiepingen en rondom een veranda. Wij hadden de hele benedenverdieping en het gezin dat het verhuurde woonde boven. In februari was er nog een grote overstroming in Townsville en dat was nog duidelijk te zien aan hun tuin (die er niet meer was) en de nieuwe keuken en andere meubels die ze hadden moeten vervangen. Voor ons dus fijn dat alles nog vrij nieuw was. Wel jammer was dat het huis aan een drukke weg stond. Naast het huis was wel een groot park, met ook weer bijzondere vogels, zoals de bush stone-curlew (griel, wie kent hem niet, google hem maar). Deze bleek vooral 's nachts actief en bleef dan als een soort sirene een hele tijd fluiten. En dan met meerdere tegelijk. En 's ochtends werden we dan wakker gelachen door de kookaburra's. Heel leuk, die Australische natuur...
We waren maar 1 dag in Townsville en hebben een dagje op Magnetic Island doorgebracht. Een klein, overzichtelijk eiland, met enkele fraaie baaien en ook nog een mooie wandelroute naar een uitzichtpunt met de kans om koala's te zien. En jawel hoor, ook hier was het weer raak. Vlak langs het pad zat een moeder met kleintje in een boom te slapen. Ook weer afgevinkt op ons lijstje dus. Na het eiland hebben we nog een uurtje rondgekeken in het Reef HQ Aquarium in Townsville, waar een prachtige grote tank was met koraal en heel veel soorten kleurrijke vissen. We konden ze zo veel beter zien dan in het bootje bij Green Island.
Vandaag reden we van Townsville naar Mackay en daar was eigenlijk helemaal niks bijzonders aan. Kilometerslang velden met suikerriet, af en toe een paar mangoplantages en heel veel werk aan de weg. Kortom, blij dat we even kunnen uitrusten in ons hotel. Morgen staat een mooi natuurgebied ten Westen van de stad op het programma, dus er valt vast weer genoeg te ontdekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten