vrijdag 31 december 2010

Glacier Land

Gisteren hebben we het bruisende Queenstown verlaten, op weg naar Glacier Land. Het was een lange rit, zo’n 400 kilometer met een flink gedeelte door de bergen. Wel een prachtige route, met heel veel bergen en meren, en deels langs een fraaie kustlijn. Op een strand zijn we nog op zoek gegaan naar jade en we denken een paar kleine stukjes gevonden te hebben. Voor de lunch dachten we naar Haast Beach te gaan, dat bleek echter niet meer te zijn dan een strand met een motel. Dus maar weer terug naar Haast Village, wat ook niet veel voorstelde, maar in ieder geval konden we hier een fish & chips krijgen. Die ook niet veel voorstelde trouwens.
Franz Josef is een leuk dorpje omgeven door regenwoud en op een paar kilometer van de gletsjer met dezelfde naam. Ons motel ligt er ook fraai bij, we hebben zelfs regenwoud in ons achtertuintje. In de buurt van Franz Josef leeft ook de Rowi Kiwi, de meest zeldzame van alle kiwisoorten. Er leven er nog ongeveer 400 van in het wild. In het dorp is een speciaal centrum waar ze er ook maar liefst vier hebben. Die moesten we natuurlijk wel even zien. En in tegenstelling tot in Rotorua kregen we ze hier ook daadwerkelijk te zien. Het zijn wel grappige vogels, ze ogen een beetje onhandig en hebben een lange snavel die ze de hele tijd overal insteken. ’s-Avonds ook nog maar even naar de gletsjer gereden, want die hadden we nog helemaal niet gezien. Gelukkig was er wel degelijk een gletsjer.

Vanmorgen was het de hoogste tijd om de gletsjer eens van boven te bekijken, vanuit een helicopter. Het weer was “zo zo”, goed genoeg zodat er wel gevlogen werd, maar de wolken hingen te laag voor een landing op de gletsjer. Maar ja, dat kun je zo hebben op een plek waar jaarlijks vijf meter regen valt. Maar het was wel weer een nieuwe ervaring. We hadden beide nog nooit in een helicopter gezeten, en zeker niet boven een gletsjer. Indrukwekkend.

Omdat we nog niet genoeg hadden van die gletsjer, zijn we er nog een keer heengereden om een wandeling van ongeveer anderhalf uur te maken. Halverwege kwamen we bij het eind van de gletsjer zodat we het ijs ook van dichtbij konden aanschouwen.

’s-Middags zijn we een stukje ten noorden van Franz Josef naar Okarito gereden, Kiwiland bij uitstek, met prachtig regenwoud en lagunes. Hier hebben we de tweede wandeling van de dag gemaakt, weer zo’n anderhalf uur. Maar dit was meer een beklimming dan een wandeling, behoorlijk pittig, met halverwege een uitkijkpunt van waar je uitzicht had op de Southern Alps (maar daar hingen vooral veel wolken voor), de Tasman Sea en een paar mooie lagunes.

Terug in Franz Josef waren de spieren behoorlijk vermoeid na al dat gewandel. Tijd om even in het water te dobberen. Verderop in de straat zijn de glacier hot pools, en daar hadden we een private pool gereserveerd. Ook hier weer volop regenwoud om ons heen, een eigen kleedhok, douche en wc, en heerlijk warm water. Zo’n hot pool zou trouwens best passen in onze achtertuin. Alleen het regenwoud ontbreekt dan.

Inmiddels zijn we behoorlijk vermoeid, dus we zullen ons best moeten doen om middernacht te halen, het is tenslotte oudejaarsavond. Al voelt het helemaal niet zo. Morgen nog een laatste rit door de bergen van Nieuw Zeeland, terug naar Christchurch, waar we zondag weer op het vliegtuig stappen.

woensdag 29 december 2010

Lord of the Rings land

Het was een prachtige dag vandaag! Zo, dat moest er even uit. Het was prachtig qua weer, maar zeker ook qua natuur. Wat een mooie omgeving is dat hier toch bij Queenstown. Vanochtend hebben we eerst een boottochtje van anderhalf uur op het Wakatipu meer hier gemaakt, wat bij stralende zon bepaald geen straf was. Het was in de wind nog wel vrij fris, maar we genoten van de mooie bergen, de uitleg van de kapitein van de Million Dollar Cruise boot (met zo’n naam kan je ook niet fout gaan) en we lieten alles maar over ons heen komen.
Voor vanmiddag hadden we een 4wd safari geboekt. Klinkt avontuurlijker dan het is, want je wordt in een comfortabel busje rondgereden en op een gegeven moment verlaat je dan de gewone weg en ga je over grindpaden en af en toe door een stroompje dat over de weg loopt. We hadden geluk, want de weg was gisteren nog onbegaanbaar en er werd ook nog steeds aan gewerkt om de weggeslagen delen weer te vervangen. Al die regen van de laatste dagen heeft wel gevolgen gehad dus.

We deelden de bus met 3 Australiërs en de rit voerde naar het noordelijkste punt van het meer, naar Glenorchy en daarna door een deel van een natuurpark en door Paradise. En dat deed zijn naam eer aan. Prachtige vergezichten over het meer naar met sneeuw bedekte pieken en mooie bossen. Er stond nog een aardig optrekje te koop, met ruim 50 ha (voornamelijk landbouw) grond en grenzend aan het beschermde natuurgebied. Kosten? 12 miljoen. Maar dan heb je ook wat.

De spieren in mijn gezicht raakten wat gespannen van de brede grijns die ik de hele middag op mijn gezicht had, maar het was ook allemaal zo adembenemend mooi, dat moet je echt meemaken. De gids die ons rondreed, had hier en daar nog wat verhalen over welke scenes uit Lord of the Rings er waar gefilmd waren. Best veel wel, maar het interesseerde Mathijs meer dan mij. Verder moet je de foto’s maar bekijken, die zeggen eigenlijk genoeg.

Morgen gaan we nog meer moois zien, want dan rijden we dwars door de bergen naar de westkust, naar onze volgende bestemming, Franz Josef.

dinsdag 28 december 2010

Te Anau naar Queenstown

Vanmorgen regende het nog steeds in Te Anau, dus we hadden geen enkele reden om nog langer te blijven. Op naar Queenstown, dat zichzelf de “Adventure Capital of the World” noemt. Maar goed, inmiddels zijn we er wel achter dat ieder gat in Nieuw Zeeland wel ergens de hoofdstad van is of in ieder geval claimt te zijn. Maar als je van extreme sports houdt dan kun je je in Queenstown wel uitleven met bungy jumpen, sky diven, jet boaten, en meer van dat soort adrenaline-pumping activiteiten. Echt iets voor ons dus.

Onderweg kwamen we niet veel interessants tegen en bovendien goot het nog steeds van de regen, dus besloten we een kleine omweg te maken via Arrowtown. Ons Tourism Radio GPS geval vertelt ons al een paar weken tot vervelens toe hoe geweldig het daar wel niet is, dus dat wilden we wel eens zien. Uiteindelijk was het wat we er ongeveer van verwachtten, twee straten met historisch uitziende gebouwtjes die bevolkt worden door souvenirshops en restaurants. Ook zijn er nog wat overblijfselen van een Chinees dorpje dat hier ontstaan is tijdens de goldrush in de tweede helft van de 19e eeuw.

Uiteindelijk waren we rond een uur of drie in Queenstown en de regen begon af te nemen. Het was zelfs af en toe droog! Na ons motel te hebben gevonden zijn we het dorp eens gaan verkennen. We hadden een ongezellig toeristengebeuren verwacht zoals in Rotorua, maar dat viel alles mee. Het is best een gezellig toeristengebeuren met volop terrasjes, leuke winkelstraatjes, je kunt er leuk langs het meer wandelen, en het barst er van de toeristen.

Bij de plaatselijke i-Site hebben we voor vrijdag een helicoptervlucht geboekt over de Fox Glacier en de Franz Joseph Glacier met een landing op één van de twee. Nu maar hopen dat het weer dan goed genoeg is…

We wilden nog een boottochtje over het meer maken, maar helaas was de laatste tocht al volgeboekt, dus dat proberen we morgenochtend nog een keer. We zijn nog wat verder gewandeld door de Queenstown Gardens, een prachtig aangelegd tuin- en bosgebied. Tuinen aanleggen dat kunnen ze wel, die Nieuw Zeelanders. Terug in het motel hebben we nog wat folders doorgenomen en uiteindelijk telefonisch een four wheel drive tour geboekt inclusief picknick voor morgenmiddag. Dus de auto kunnen we zelf een dagje laten staan.

De weersvoorspelling voor morgen is goed, dus we gaan ervanuit dat de metereologen het nu een keer bij het rechte eind hebben.

maandag 27 december 2010

Mistig Milford Sound

Vandaag zijn we naar Milford Sound gereden, een van de mooiste stukjes natuur van Nieuw Zeeland, dus een van de top toeristen attracties. Het is vanaf Te Anau ongeveer 2 uur rijden en onderweg zijn nog wat stops langs de route die duidelijk te herkennen zijn, omdat alle bussen daar ook stoppen en honderden mensen tegelijk uitbraken. Zo stopten we nog bij de Mirror Lakes, waar je de bergen mooi kan zien reflecteren in het water. Ook zagen we op een parkeerplaats nog een paar Kea, een soort grote papegaaien, die behoorlijk mak waren omdat er steeds stomme toeristen de waarschuwingen om ze niet te voeren negeerden.

Aan het begin van de dag was het nog redelijk weer, niet al te warm, maar wel droog in ieder geval. Dat was helaas over toen we dichter bij de Milford Sound kwamen en tegen de tijd dat we daar op een boot stapten om 2 uur 's middags goot het behoorlijk. De boottocht voerde heen en terug door de Sound en heel even waren we nog op de Tasman Sea. Doordat er steeds meer regen viel werden de watervallen die van de bergen naar beneden stortten ook steeds talrijker en dat was dan in ieder geval wel iets dat niet iedereen daar te zien krijgt. Helaas hebben we niet van een uitzicht kunnen genieten, want daarvoor was het veel te mistig.


Het regende de rest van de dag en avond, dus terug in het hotel hebben we nog weinig ondernomen. Morgen rijden we weer verder, op zoek naar hoge bergen en beter weer rond Queenstown.

zondag 26 december 2010

Wereldstad Otautau

2e kerstdag dit jaar was een hele bijzondere, omdat we die hebben doorgebracht bij onze goede vrienden Paul en Tanja en 4 kids in Otautau. Op een uur en een kwartier rijden vanaf Te Anau ligt dit kleine plaatsje waar je net genoeg voorzieningen hebt om niet van verveling om te vallen. 2 (!) supermarkten, een school voor de kinderen, heel veel sportvoorzieningen, een pub en de brandweer, die, bij gebrek aan brand, elke gelegenheid aangrijpt om plaatselijke feestjes op te luisteren.

Voor wie het niet weet: Paul en Tanja wonen voor een jaar in Nieuw Zeeland waar Tanja als huisarts werkt en Paul het gezin met vier kinderen bestiert, een hele onderneming. Ze hebben een typisch Nieuw Zeelands huis van hout, alles gelijkvloers en veel ruimte eromheen. We moesten meteen de kersen uit de bomen in de tuin proeven. Daarna hadden we veel bij te praten en konden we onze ervaringen met de Nieuw Zeelanders, die we overigens erg aardig vinden, met die van hun vergelijken.

Bij zo’n groot gezin hoort een groot vervoermiddel en in de middag hebben we hun bus met z’n achten uitgeprobeerd. Het paste allemaal makkelijk. We reden naar Riverton, het Wijk aan Zee van Otautau, waar we een korte wandeling naar een uitzichtpunt in het bos maakten. Daar vandaan konden we ook Stewart Island zien liggen, het zuidelijkste stukje Nieuw Zeeland waar je na een misselijkmakende boottrip (Paul en Tanja weten dit inmiddels uit ervaring) van een uurtje kan komen. Wij slaan het even over.

Het weer was redelijk te noemen, dus voor het kerstdiner werd de barbeque tevoorschijn gehaald, die de plaatselijke basisschool heel aardig had uitgeleend. Barbequen met kerst is wel een aparte ervaring en behalve de kerstboom in de kamer en de Christmas crackers die wij hadden meegenomen, was het kerstsfeertje niet zo aanwezig, maar bijzonder was het evengoed. Het was heerlijk om verhalen te delen en de Big/Black familie weer te zien.

’s Avonds zijn we teruggereden. Het blijft nog best lang licht hier, dus de onbekende wegen waren goed te doen. Voor de 2e keer namen we afscheid van Paul en Tanja, die we vanaf nu alleen nog via hun blog zullen volgen en misschien dat skypen af en toe ook nog lukt. Want hoewel je aan de andere kant van de wereld bent lijkt Nederland door al die techniek helemaal niet zo ver weg. Flip en T, bedankt voor de geweldige dag en we zullen iedereen (en vooral kat Max) zoals beloofd de groeten doen!
Foto's van Paul staan hier.

zaterdag 25 december 2010

Meer foto's zien?

We hebben in ons huidige hotel eindelijk een betere wifi verbinding gevonden en een boel foto's op onze Picasa site gezet. Zie hieronder of klik door naar de site zelf:

Ho ho ho, van Dunedin naar Te Anau

Eén van de voordelen van Nieuw Zeeland is dat alles bijna altijd open is. Winkels zijn vaak zeven dagen per week open, vaak tot laat of zelfs 24 uur per dag. En dat 364 dagen per jaar. En die ene dag dat ze allemaal niet open zijn was vandaag, Christmas Day. Dat hadden we natuurlijk wel verwacht, dus we hadden gisteravond alvast een lunchpakketje gekocht, ons pakken ze niet. Voor koffie en een sanitaire stop kun je gelukkig altijd nog bij de Shell terecht.

De dag was verder niet zo heel spannend, vooral niet omdat de weg van Dunedin naar Te Anau – zo’n 300 km – niet echt veel te bieden heeft. Alhoewel, we zijn toch maar mooi door de “world capital of brown trout fishing” en de country & western hoofdstad van Nieuw Zeeland gereden. Toegegeven, het is wel dezelfde plaats (Gore), maar toch. En je rijdt erheen over de presidential highway van Clinton naar Gore. Dat verzin je toch niet? En ook de afslag naar Otautau zijn we tegengekomen, die nemen we morgen.

In Te Anau aangekomen hebben we voor maandag een boottochtje in de Milford Sound geboekt. Dat ging nog bijna fout, want de kerstmuts bij het boekingskantoor dacht dat de “day after tomorrow” dinsdag was. We kwamen er buiten pas achter, maar gelukkig nog op tijd om het nog recht te zetten.

Vanavond hebben we ons meer dan tegoed gedaan aan het kerstbuffet in het hotel, dus nu even uitbuiken in de lobby. Morgen is het Boxing Day, maar wij noemen het gewoon Tweede Kerstdag. En op Tweede Kerstdag gaan we altijd eten met vrienden. En vakantie of niet, we maken geen uitzondering. Gelukkig maar dat de familie Big & Black hier op een kleine twee uur vandaan woont, dus morgen gaan we de “hidden gem” Otautau eens bekijken.

Fijne feestdagen!

Ons (eerste) kerstdiner zit er intussen alweer op, maar voor alle lezers: fijne kerst gewenst vanuit een zonnig, bewolkt, regenachtig en winderig Nieuw Zeeland!

vrijdag 24 december 2010

Dunedin en omgeving

Gisteren zijn we van Christchurch naar Dunedin gereden. Christchurch was een leuke stad met een gemoedelijke sfeer en Dunedin, wat kleiner is en ongeveer 360 km naar het zuiden ligt, beloofde ook leuk te zijn. Onderweg erheen stopten we eerst in Oamaru, waar nog wat zandstenen gebouwen van rond de vorige eeuwwisseling bij elkaar staan in het historic presinct. Alles wat hier ouder is dan 100 jaar heet trouwens historic en als een klein plaatsje een oud kerkje heeft staan er meteen borden langs de weg om dit aan te kondigen.
De volgende stop was bij Moeraki, waar we de Moeraki boulders hebben bekeken, samen met nog een horde andere mensen. De Moeraki boulders zijn een verzameling grote ronde stenen in de branding op het strand, een merkwaardig gezicht. We moesten wat moeite doen om foto’s te maken zonder alle mensen erop, maar het is wel een apart natuurverschijnsel.

Ons hotel in Dunedin ligt in het centrum, vlak bij de Octagon, het achthoekige centrale punt van de stad. We hebben nog even de stad verkend en het mooie stationsgebouw bekeken en de First Church. De grote St Paul's kathedraal was helaas al dicht. Gisteravond was het er razend druk op straat, iedereen bleek de avond voor kerstavond als zuipavond te gebruiken en we zagen regelmatig bezopen mensen (vooral mannen) over straat zwalken. Gelukkig hield hun gelal ons niet echt uit de slaap, want we zitten op 6 hoog.

Voor vandaag was een dag met regen en misschien wel hagel voorspeld, maar behalve wat korte buitjes en een frisse (16 graden) wind viel het allemaal reuze mee. We hebben een route uit de Lannoo reisgids gevolgd over het Otago schiereiland, net aan de andere kant van de baai bij Dunedin. We begonnen eerst in de stad bij het Olveston House, een mooi ingericht huis van een gegoede familie uit het begin van de 20e eeuw, met een persoonlijke rondleiding en een persoonlijk verhaal. Heel interessant.

Daarna was het tijd om richting Otago Peninsula te rijden, waar we eerst naar het enige kasteel van Nieuw Zeeland reden, want dat moet je toch gezien hebben. Larnach Castle is eind 19e eeuw gebouwd en we konden er op eigen gelegenheid doorheen wandelen. Mooi uitzicht vanaf de toren en prachtig aangelegde tuinen eromheen en gelukkig nog steeds een zonnetje, dus mooie plaatjes.

De middag stond in het teken van 2 bijzondere diersoorten, die alleen hier voorkomen. Eerst de Royal albatros, die hier als enige punt in de wereld op het vasteland broedt en daarna de yellow eyed penguin, die met uitsterven bedreigd wordt en waarvan er hier ook maar enkele broedende paartjes te vinden zijn. De albatrossen waren indrukwekkend, met een spanwijdte van 3 meter, en ze zweefden in de (behoorlijk harde) wind zonder ook maar 1x met de vleugels te klapperen. Bij de pinguïns werden we door een gangenstelsel half onder de grond geleid en kwamen we oog in oog met een paar moeders met jongen. Je kon ze aanraken, maar dat mocht natuurlijk niet. En als klap op de vuurpijl kwamen er ook nog eens 2 pinguïns na een dagje eten zoeken uit de zee het strand op, iets wat niet iedereen hier te zien krijgt. We hebben genoten!

Vanavond is het Christmas Eve, de avond voor kerst, wat betekent dat veel mensen de avond met familie doorbrengen, dus het is niet erg druk in de stad. Morgen rijden we weer verder, naar ons volgende hotel in Te Anau, vlakbij het prachtige natuurgebied Fjordland en ook vlakbij Flip en T in Otautau!

woensdag 22 december 2010

Zon, zalige zon!


Vandaag was een prachtige, zonnige dag. De hele dag was er bijna geen wolkje aan de lucht, dus daar moesten we gebruik van maken. Eerst zijn we naar het Zuiden van de stad gereden om daar met een kabelbaan naar een gebouw opeen hoge top te gaan en van het uitzicht te genieten. Het waaide wel hard en de gondels aan de kabel zwiepten af en toe behoorkijk heen en weer, bijna een kermisattractie.

Na een paar plaatjes schieten en een bakje koffie daalden we weer af en stapten in de auto, met het plan een kleine wandeling in een bos langs de zee bij Lyttleton te maken. We namen echter de verkeerde afslag en zonder dat we er erg in hadden reden we ineens onder de gondelbaan door over de Summit Road en hadden we weer hetzelfde uitzicht. Die kosten hadden we ons dus kunnen besparen. ;-)


Weer beneden in de stad zijn we met een gratis pendelbus (fijn, dat er gratis openbaar vervoer bestaat) naar Cathedral Square gereden en hebben we ons als hele foute toeristen in een bootje laten rondvaren over de Avon. Heel Engels, want daar houden ze hier van, met een jongen achterop met een lange stok die ons vooruit duwde. Vorig jaar deden we dit nog in Canterbury en ik ken het ook uit Cambridge en het moet gezegd, dat kunnen ze hier in Christchurch ook prima nadoen.


Omdat het zulk mooi weer was, maar ook erg warm in de brandende zon, hebben we nog een tijdje in de Botanical Gardens rondgestruind, waar allerlei in- en uitheemse planten en bomen te zien zijn en ook nog wat ouderwetse grote kassen. Een lekker rustig middagje dus en Christchurch heet niet voor niets de Garden City.

Vanavond gaan we in het hotel eten en doen we verder weinig, want van de warmte wordt je best loom. Morgen schijnt het wat koeler te worden en rijden we weer verder naar het Zuiden, naar Dunedin, waar ons hopelijk weer veel moois te wachten staat.

dinsdag 21 december 2010

To whale watch or not to whale watch

Het mag in Nederland dan wel koud zijn en er mag dan wel een hoop sneeuw vallen, hier in Nieuw Zeeland hebben we ook zo onze problemen met het weer. Vanmorgen waaide het nogal hard. Zo hard zelfs, dat de whale watching tour die we geboekt hadden helaas niet doorging. We wisten dat we dat risico liepen met maar één nacht in Kaikoura, en we kregen in ieder geval ons geld terug. Jammer, maar helaas. Dan nog maar even naar de plaatselijke zeehonden gekeken en een stukje langs het winderige water gewandeld.

Het betekende wel dat we alle tijd hadden om naar Christchurch te rijden, wat via Highway 1 maar twee uurtjes zou kosten. We besloten een andere route door de bergen te nemen. Een prachtige route, en afgezien van de wind was het eigenlijk best goed weer. Warm vooral, met temperaturen boven de 30 graden. Nog een bakkie gedaan in een mountain lodge, en vlak voor Christchurch fish and chips als lunch.

We waren al vrij vroeg in Christchurch, waar ze om een of andere onverklaarbare reden hun best doen om zo Engels mogelijk te lijken. Zelfs ons hotel, het Heartland Cotswold Hotel, ziet er oud Engels uit. Het is natuurlijk helemaal niet oud, maar wat maakt het uit. We zijn het centrum ingewandeld, waar we eigenlijk meer “bewijs” van de aardbeving hadden verwacht die ze hier een paar maanden geleden gehad hebben. Hier en daar staat wel een gebouw in de steigers, maar voor de rest lijkt het wel mee te vallen met de schade. Het is een gezellige stad, en op het eerste gezicht een stuk leuker dan Wellington. Maar goed, het weer zal er ook wel iets mee te maken hebben.

Morgen gaan we hier maar eens echt de toerist uithangen. Bootje varen, met een gondel naar een uitzichtpunt, en meer van dat soort werk.

maandag 20 december 2010

Op naar het Zuidereiland!

Vanochtend was het tijd om het Noordereiland te verlaten, want het weer zat nog steeds niet mee in Wellington en we hadden betaald voor de ferry naar de overkant. Om half 11 voeren we van Wellington naar Picton via de Cook Strait en daarna door de Marlborough Sound, een gebied van (schier)eilanden aan de kop van het Zuidereiland. Ook hier was het nog regenachtig, maar evengoed was het een mooie overtocht van ruim 3 uur. We besloten iets bij te betalen om gebruik te kunnen maken van de Club Card Lounge op het schip, waar geen kinderen mochten komen en we koffie, thee, fris en koekjes mochten nemen zoveel we wilden. Wat een feest. ;-)

Vanuit een regenachtig Picton pakten we de motorway 1 weer op, die we ook op het Noordereiland veel gereden hebben. De 1 voert hier langs de oostkant naar beneden, eerst rond Blenheim door een prachtig heuvellandschap met geel gras en af en toe wijnranken en daarna langs de kust van de Stille Oceaan. Eindelijk klaarde het op en werd het ook een stuk warmer (tegen de 30 graden) en konden we echt genieten van al het mooi natuurschoon. Bij een uitzichtpunt zagen we onze eerste zeehonden (New Zealand fur seals), die we met onze neus ook makkelijk hadden kunnen vinden. Waarom stinken die beesten toch zo?

Ons overnachtingsadres in Kaikoura is een motel aan de weg langs de zee, dus prima uitzicht. Wat vooral opvallend is, zijn de immens hoge bergen die hier vlak achter Kaikoura liggen, met zelfs nog besneeuwde toppen. Dat schijnt, zo vlak bij zee, best wel bijzonder te zijn. We zijn nog naar een uitzichtpunt gereden om de mooiste plaatjes te kunnen schieten. We hadden geen zin in koken, dus hebben we het restaurant van het motel geprobeerd en goedgekeurd. ’s Avonds was het nog steeds zwoel te noemen, dus een wandelingetje langs het water was een mooie afsluiting van de dag.

Morgen gaan we weer verder naar het Zuiden, maar eerst hebben we ’s ochtends nog een boottocht van Kaikoura Whale Watch geboekt en we hopen in ieder geval 1 walvis te kunnen spotten. Ook zeehonden, dolfijnen en albatrossen lijken mogelijk, dus we zullen zien.

zondag 19 december 2010

Van Whakapapa Village naar Wellington

Volgens de weersvoorspelling zou het gisterochtend nog af en toe droog zijn, en ’s-middags zou het alleen maar regenen. Dus maar vroeg opgestaan, want we wilden toch nog wel wat wandelen in de omgeving en de bergen zien die achter ons hotel schenen te liggen. Ze waren nog steeds niet te zien helaas, maar het was inderdaad wel zo ongeveer droog. We hebben een mooie wandeling gemaakt van ongeveer twee uur naar de Taranaki Falls en terug. Het terrein was een mix tussen bos en een soort heide en veel donkerkleurige lavarotsen. Onderweg nog wel een paar regenbuien gehad maar met een regenjas en paraplu was het goed te doen. Mooi aangelegde paden en een prachtige omgeving.

Maar die berg hadden we nog steeds niet gezien, dus besloten we ’s-middags maar gewoon om de berg heen te rijden, wellicht dat de andere kant zijn gezicht wilde laten zien. Eerst even lunchen in Ohakune, een wintersportplaatsje aan de voet van de berg, en zowaar, het begon op te klaren. We volgden snel de weg de berg op en daar was hij dan, Mount Ruapehu, compleet met sneeuw op de top. Aan het eind van de mountain road hadden we prachtig uitzicht op de berg en de indrukwekkende omgeving. Soms loont het om een stukje om te rijden.

Terug bij het hotel bleek het zicht daar ook wat beter, alhoewel we Mount Ruapehu nog steeds niet konden zien. We konden nu wel Mount Doom zien, je weet wel, die berg uit die film. En die ring van Annet vertoont ook nog steeds vreemd gedrag. Toeval? We hadden geen zin om weer luxe te eten, dus zijn we aan de overkant in de tavern een eenvoudige, doch voedzame maaltijd gaan eten.

Vanmorgen was het nog steeds grijs en grauw, dus we zijn snel in de auto gestapt op weg naar Wellington. Onderweg naar het zuiden klaarde het eerst op en tijdens een koffiebreak was het lekker warm en bijna zonnig. De omgeving onderweg was heel fraai, een soort Schots landschap met groene heuvels en hogere bergen in de verte. Helaas werd het weer richting Wellington wel weer slechter, dus we kwamen in de loop van de middag in de regen aan bij het hotel. Vanuit de hotelkamer hebben we een mooi uitzicht op de haven van Wellington. We hebben nog een paar uurtjes door het centrum van de stad geslenterd en voor vanavond een restaurantje gespot.

Morgenochtend laten we het noordereiland achter ons en nemen we de veerboot naar het zuidereiland.

vrijdag 17 december 2010

Rotorua naar Tongariro

We zijn weer een stukje verder naar beneden gereden op het Noordereiland, van Rotorua naar Whakapapa village in het hart van het Tongariro National Park, dat weer onder het meer van Taupo ligt (voor wie het allemaal wat zegt). Vanochtend gingen we via een kleine omweg eerst nog naar Orakei Koraku, een prachtige vulkanische vallei die de Lonely Planet als misschien wel de mooiste omschrijft. Vergeleken met Wai-o- Tapu van gisteren was het er in ieder geval een stuk minder druk, dus dat was al een pluspunt. Met een klein bootje werden we naar de overkant van een meertje gebracht waar we weer allerlei merkwaardige natuurverschijnselen konden zien. Stomende modderpoelen en geisers, terrassen van silica en mooi gekleurde landschappen, en dat alles in een prachtig bosrijkgebied met bijzondere bomen, struiken en vogels. We waren behoorlijk onder de indruk van al dit vreemds.

Na de vallei maakten we een stop in Taupo om te lunchen en even rond te kijken, maar, net als in Rotorua, was het niet heel spannend. Het meer van Taupo is wel erg groot (het grootste van het land zelfs), maar het weer was er niet naar om daar nog iets op te ondernemen. De hele dag miezerde het door, op een uurtje in de vallei na. Tegen de tijd dat we de afslag naar ons hotel in Whakapapa village namen, regende het behoorlijk en ontstond mist, zodat we de mooie toppen van de vulkanen in Tongariro National Park nog niet hebben kunnen zien. We hopen dat de mist morgen nog een beetje optrekt en dan willen we een wandeltocht in het park maken. Voor de ochtend worden buien voorspeld, de middag aan een stuk door regen, dus we zien wel. Maar mooi weer garantie hebben ze hier helaas niet, dus we maken er het beste van.

Vanavond nog een lekker hapje in het hotel gegeten, wat trouwens het Bayview Chateau Tongariro is, en wat zelfs op de bewegwijzeringsborden aangegeven staat, want het is best bijzonder te noemen. Beetje chic, beetje teveel voor mijn smaak (een ober die je stoel aanschuift en een servet op je schoot legt vind ik wat overdreven), maar de kamer is prachtig en als de mist optrekt is het uitzicht ook ongetwijfeld fantastisch. Duimen voor mooi weer dus!

donderdag 16 december 2010

Rotorua

Leuk hoor, zo’n superior lakeview room, maar het heeft ook zo zijn nadelen om aan het meer te zitten. Ten eerste hangt er de hele dag een soort putlucht. Bovendien trekt het nogal wat luidruchtige meeuwen aan die de hele boel onderschijten en bij elkaar schreeuwen. Niet dat we er echt last van hebben, maar toch. Tenslotte blijkt de lucht hier ook niet echt goed voor zilveren sieraden. Annet d’r armband en ringen zijn helemaal zwart uitgeslagen. En zilverpoets, tsja, laten we dat nou net niet bij ons hebben.

Vanmorgen zijn we na het ontbijt een half uurtje Rotorua uitgereden om naar Wai-O-Tapu, “Thermal Wonderland” te gaan. En het moet gezegd worden, het was er inderdaad wonderschoon. We moesten ons nog haasten om op tijd te zijn voor het spuituurtje van de Lady Knox geiser. Dat begint namelijk stipt om kwart over tien iedere ochtend. Niet geheel spontaan, ze gooien er een schep wasmiddel in om hem op gang te helpen. Hij spoot wat minder hoog en spectaculair dan we verwacht hadden, maar het was toch bijzonder om voor het eerst in ons leven een geiser in levende lijve te zien. Vervolgens zijn we door het hele gebied gewandeld, een wandeling van ruim een uur. Onderweg kom je de meest bijzondere natuurlijke verschijnsels tegen. Gifgroene meertjes, bubbelende modderpoelen, een rood/oranje-omrand stomend meer, vulkanische kraters, en meer. Een uniek landschap en heel speciaal om in rond te lopen.

Het weer was wat minder vandaag, de hele dag een beetje motregen, maar dat mag de pret niet drukken.

’s-Middags eerst naar het Rainbow Springs Kiwi Wildlife Park, want we wilden graag de beroemde Kiwi-vogel wel eens in het echt zien. We hebben er maar liefst twee gezien, die lagen te slapen in een klein hokje. In het grote nachtverblijf van de kiwi’s was er geen eentje te bekennen, die lagen waarschijnlijk op één oor. Beetje jammer. Verder was het best het een aardig dierenpark, met allerlei dieren en planten die alleen in Nieuw Zeeland voorkomen. Voornamelijk vogels, reptielen en vissen. Onder andere de Tui, een vogel die we ook al in het wild gezien en vooral gehoord hadden. Ja, dat is die vogel die allerlei geluiden kan nadoen.

Aan het eind van de middag hebben we nog een wandeling gemaakt in het Whakarewarewa Forest, tussen de Giant Redwoods (geïmporteerd uit de VS) en Fern Trees (zeg maar hele grote varens). Toch wel anders dan een wandeling in de Heemskerkse duinen.

’s-Avonds heerlijk Thais gegeten en een foute film met John Travolta en Robin Williams gekeken. Morgen gaan we weer een stukje verder naar het zuiden, naar het Tongariro National Park. Onze eerste echte bergen in Nieuw Zeeland!

woensdag 15 december 2010

Bay of Islands naar Rotorua

Vandaag was vooral een auto-dag, want we moesten van Paihia bij de Bay of Islands naar Rotorua, bijna 500 kilometer naar het Zuiden rijden. Dat ging gelukkig heel voorspoedig, voor zover dat mogelijk is op tweebaanswegen waar je niet harder dan 100 mag en meestal niet harder dan 80 kan omdat het allemaal heel bochtig is. Rond Auckland (been there, done that) was het nog even heel druk, maar file was er gelukkig niet bij. Ik vraag me af of ze dat hier eigenlijk wel kennen, want over het algemeen is het vrij rustig in het verkeer.

Rotorua staat bekend als toeristen uitvalsbasis voor de vele omliggende vulkanische bezienswaardigheden, waar we morgen een aantal van willen bekijken. Toen we naast ons hotel uit de auto stapten werden we meteen geconfronteerd met een vrij smerige zwavelstank die van het meer naast het hotel afkomstig bleek te zijn. Even wennen dus, net als aan de vele zeemeeuwen die luid krijsend boven de “sulphur flats” aan de rand van het meer rondvliegen. De stad is niet heel spannend, veel bedrijven, veel grote keten-namen als MacDonalds, KFC, Pizza Hut en in het centrum nog een hoeveelheid restaurantjes met vooral Aziatisch eten.

In de omgeving van de stad zijn vele geisers te vinden, iets wat we nog nooit hebben gezien en verder zijn er borrelende warme bronnen in bijzondere kleuren en meerdere modderpoelen. Bij de plaatselijke iSite hebben we een paar folders gehaald en daar 2 parken uit gekozen voor morgen en eentje voor overmorgen als we weer verder naar het Zuiden rijden. De avond houden we de ramen goed dicht omdat er zwermen kleine “trout flies” rond het hotel schijnen te vliegen. Weliswaar niet schadelijk voor mensen, maar toch niet prettig om binnen te hebben lijkt me.

dinsdag 14 december 2010

Wist je dat...

.. het in Nieuw Zeeland 12 uur later is dan in Nederland?
.. we beide een week lang af en toe het gevoel hadden op een boot te zitten?
.. dit een bijverschijnsel van jetlag schijnt te zijn?
.. we af en toe ook echt op een boot zaten?
.. het slapen wel steeds beter gaat?
.. Mathijs nog steeds af en toe aan de verkeerde kant in de auto wil stappen?
.. Annet na 50 meter van de kamer in Paihia naar het zwembad te hebben gelopen al verbrande voeten had?
.. Mathijs even in zee heeft gezwommen?
.. de Nieuw Zeelanders allemaal bijzonder vriendelijk zijn en meteen willen weten wat je van hun land vindt?
.. je deze vraag altijd positief dient te beantwoorden?
.. we korting krijgen bij de supermarkt met een speciaal travellers pasje?
.. dit alleen maar blijkt te zijn voor enkele producten?
.. Chinezen altijd aan het bellen zijn, ook hier in Nieuw Zeeland?
.. Mathijs al aardig over het verlies van zijn iPhone 3GS heen is, nu hij met een iPhone 4 kan pielen?
.. huurauto’s hier over het algemeen zilvergrijs zijn?
.. wij rondrijden in een zilvergrijze Hyundai Sonata?
.. we ons bij elke boom en elke vogel die we zien afvragen hoe die heten?
.. we daardoor merken dat het toch wel erg handig is als we dat soort dingen even op internet zouden kunnen opzoeken?
.. Annet de pohutukawa-boom erg mooi vindt?
.. Maori namen erg lastig te onthouden zijn?
.. het hier in Paihia voor het eerst in weken weer eens goed geregend heeft vanavond?
.. dit van ons niet had gehoeven?

Grote bomen en geschiedenis

Vanochtend was het weer tijd een stukje te rijden, dit keer overdwars naar de westkust, naar het Waipoua Kauri Forest. In dit beschermd natuurgebied zijn de grootste kauri bomen van het land te vinden, dus die wilden we wel even zien. Onderweg erheen hebben we een gadget van de autoverhuurder geïnstalleerd, een apparaatje van Tourism Radio, dat via een frequentie op de autoradio muziek uitzendt en op basis van GPS ook nog wetenswaardigheden meldt van het gebied waar je op dat moment rijdt. Een goed idee, we kregen allerlei informatie en hadden er ook nog lekkere muziek bij. Alleen was er af en toe een reclameboodschap van hotel X of kayakverhuurder Y, maar dat namen we maar voor lief. Wij hadden het nog nooit eerder gezien, gat in de markt voor Nederland misschien, of bestaat zoiets daar al?

Voor Waipoua maakten we nog even een koffie en wc-stop in Opononi, waarover via Tourism Radio een aandoenlijk verhaal werd verteld van een dolfijn die daar in 1955 en 1956 duizenden mensen schijnt te hebben getrokken omdat hij zo tam was en met de kinderen speelde. Helaas is het beestje na 2 zomers dood aangespoeld. We pinkten even een traantje weg bij het standbeeld van Opo... Verder maakten we nog even een foto van de immense zandduinen aan de overkant van de baai.

De gigantische kauri bomen waren indrukwekkend te noemen. Eerst stopten we bij de oudste en hoogste (Tane Mahuta) van 51 meter hoog en daarna bij de dikste (Te Matua Ngahere) met een doorsnee van 16,4 meter. Ook stonden er nog 4 reuzen bij elkaar die de 4 Sisters genoemd worden. Al met al een prachtig bos met heel veel kauri’s, zelfs in de stromende regen waar we een uur in rondliepen was het een mooie wandeling. De temperatuur was wel nog steeds boven de 20 graden en af en toe was het bijna een broeikas te noemen.

Op de terugweg maakten we een korte koffie en wc stop in Nawere, waar verder weinig opzienbarends over te melden is en daarna reden we naar Kerikeri, wat even boven Paihia ligt en voor ons het meest noordelijke punt van deze reis zal zijn. In Kerikeri is nog wat geschiedenis van de eerste Europeanen in Nieuw Zeeland terug te vinden, zoals het eerste houten en het eerste stenen huis in het land. Heel handig hadden ze die naast elkaar gebouwd, makkelijk voor de foto.

Vanavond nog een lekker hapje gegeten aan het strand van Paihia en dan gaan we zo proberen een internetverbinding te vinden die sterk genoeg is voor het uploaden van foto’s, want dat is vaak best lastig. Morgen is het tijd voor een lange rit naar Rotorua, dat een paar uur rijden onder Auckland ligt.

maandag 13 december 2010

Bay of Islands

Vandaag een dagje om de Bay of Islands te verkennen, en er is maar één manier om dat te doen: per boot. Dus vroeg opgestaan, want we moesten ons om kwart voor negen melden voor een boottocht van een halve dag door de Bay of Islands. Er was regen voorspeld, dus de regenjas en fleece-vesten gingen in de tas. Gelukkig kunnen ze het weer hier ook niet voorspellen, want alhoewel de dag grijs begon, werd het steeds mooier en warmer.

De boottocht leverde alles wat we ervan verwacht hadden. Allereerst een hele school met dolfijnen die vrolijk in het water sprongen en meezwommen met toeristen van een andere boot (swimming with dolphins was een andere cruise). Daarna langs allerlei eilandjes en rotsformaties om tenslotte uit te komen bij de “hole in the rock”, een soort natuurlijke poort in een eilandrots waar de boot net doorheen kon varen. Bij slecht weer deden ze dat niet, maar dat probleem hadden wij gelukkig niet. Tenslotte legden we aan bij Urupukapuka Island, het grootste eiland in de baai. In een uur tijd kregen we daar een lesje Maori-geschiedenis van een Maori. Hij sprak gelukkig wel Engels, want aan die Maori-taal is geen touw vast te knopen. Hij lulde wel vijf kwartier in een uur, en dat achteruitlopend terwijl wij achter hem aan sjokten. De zon was inmiddels volop gaan schijnen en dat levert natuurlijk prachtige plaatjes op.

De tocht eindigde voor ons in Russell, een klein dorpje tegenover Paihia aan de andere kant van het water. Nadat we daar geluncht hadden, hebben we de ferry teruggenomen naar Paihia. We verblijven in een motel, en daar hebben ze ook een wasgelegenheid, dus tijd om wat kleren schoon te maken. Terwijl de wasmachine draaide, ben ik lekker even in de baai gaan zwemmen, hopende dat ik niet te erg zou verbranden.

Aan het eind van de middag naar de Waitangi Treaty Grounds gereden, dat is de plek waar een verdrag werd getekend tussen de Engelsen en de Maori dat later door beide partijen anders werd uitgelegd. Er is een 35 meter lange Maori-kano, het Treaty House en een Maori-ontmoetingshuis. Allemaal best aardig, maar niet de 25 dollar waard die je er als niet-Nieuwzeelander voor neer moet tellen. We een prachtig aangelegd terrein.

Aangezien we in het motel een studio met keuken als verblijf hebben, besloten we dit keer maar eens zelf te koken, voor de afwisseling. Dus boodschappen gedaan en prima gegeten. Morgen nog een dag hier, dan gaan we naar de westkust toe waar we de grote Kauri-bomen hopen te aanschouwen.

zondag 12 december 2010

Eerste stukje rijden

Vandaag hebben we Auckland achter ons gelaten en zijn we naar het Noorden gereden, naar Paihia aan de Bay of Islands. We vertrokken met miezerige motregen, dus het was niet heel erg om te gaan. Bovendien hadden we na zoveel dagen steden wel behoefte aan wat rustigers, dus een paar uur rijden hadden we daar graag voor over.

Het is ongeveer 3,5 uur rijden als je rechtstreeks zou gaan, maar wij zijn onderweg eerst nog even gestopt in Whangarei, waar we de plaatselijke waterval hebben bekeken (25m hoog) en ook de eerste kauri bomen.  Deze boomsoort komt alleen in Nieuw Zeeland voor en dan ook nog maar op een paar plekken op het Noordereiland, dus dat is best wel bijzonder. Ze zijn enorm hoog en groot in de omvang, beetje vergelijkbaar met de redwoods in de VS. We zijn van plan er overmorgen nog meer te gaan zien.

Omdat we even van de gebaande weg af wilden gingen we vanuit Whangarei naar de kust, lang Ngunguru en Tutukaka (erg grappig, die inheemse namen hier). We stapten zo het paradijs in, wat een prachtige blauwe zee en mooie eilanden! Je schijnt hier ook 1 van de tien mooiste duikplekken op aarde te hebben, alleen kunnen wij dat niet, dus dat nemen we dan maar aan. Bij een kijkje in de marina zwom er zowaar een grote pijlstaartrog voorbij, Kelly Tarlton's eat your heart out! De weg naar de kust en weer terug was bijzonder bochtig, een goede manier voor Mathijs om de auto eens goed te leren kennen. Opvallend waren trouwens de vele platgereden possums op de weg, die hier een echte plaag schijnen te zijn. We hebben alleen nog maar dooie exemplaren gezien, misschien komen we nog eens levende tegen.

Paihia is een echte toeristenplaats, met veel mogelijkheden om je op het water te vermaken en genoeg restaurantjes en winkeltjes voor als je dat niet wil. We hebben meteen voor morgenvroeg een Island cruise (met gegarandeerd dolfijnen spotten) geboekt, en daar moeten we al om half 8 ons nest voor uit. Dit is toch geen vakantie meer?! Wat wel aardig is, is het weer. Onderweg liep het kwik zelfs even op naar 30 klein nulletje C en hier in Paihia is het rond de 27 overdag. De studio in het motel dat we hier hebben is basic, maar prima en we hebben ook nog even in het zwembad gelegen. Toch wel een beetje vakantie dan...

zaterdag 11 december 2010

Auckland dag 2

Nog een dagje Auckland en het is nog steeds prachtig weer. Vanmorgen een harbour cruise gedaan. De trip duurde anderhalf uur en leidde ons eerst naar Rangitoto, een vulkanisch eiland op een half uurtje varen van het centrum. Onderweg een mooi uitzicht op de skyline en de haven van Auckland. Op Rangitoto een korte stop, maar dan ook echt kort (10 minuten). Vervolgens langs Devonport waar we een dag eerder geweest zijn richting de Auckland Harbour Bridge. Onder de brug door en van daaruit weer terug richting het centrum. Al met al een plezierig tochtje, maar niet echt spectaculair.

Het spektakel zou ’s-middags komen met een bezoek aan Kelly Tarlton’s Underwater World. Deze “Antarctic Encounter” ligt een minuut of 15 rijden buiten het centrum. Gelukkig hebben een gratis shuttle bus vanaf ons hotel erheen. Deze kwam wat laat aan, want de bejaarde chauffeur had eerst nog even moeten tanken. Tsja. Maar goed, uiteindelijk aangekomen bleek het geheel toch nogal “underwhelming”. Eerst door een nagebouwd zuidpoolstation uit het begin van de 20e eeuw. Vervolgens met een soort treintje – zij noemen het een snow cat – langs de pinguins. Dat was wel erg leuk, het blijft een genot om naar dat soort onhandig ogende beesten te kijken en je kreeg ze wel van heel dichtbij te zien. Vervolgens nog een aquarium waar je onderdoor ging over een lopende band. Vooral veel hetzelfde eruit ziende vissen en verder weinig aankleding. Tenslotte nog wat losse aquariums met exotisch vissen. En dat was het dan, nog geen uur binnen geweest. 25 euro, alstublieft, dank u wel.

Dan nog maar even ergens koffie drinken en dit blogbericht schrijven. Morgen gaan we de grote stad verlaten richting de Bay of Islands.

vrijdag 10 december 2010

Auckland dag 1

Vandaag stond in het teken van Auckland verkennen. Allereerst zijn we de Sky Tower opgegaan (gelukkig met een lift) waar we vanaf 220m hoogte een mooi uitzicht over de stad hadden en ons goed konden oriënteren. Het was stralend weer vandaag, rond de 24 graden en in de zon nog best wel warm. We konden ver kijken vanaf de Sky Tower en zagen dat dit wel even wat anders is dan Hong Kong. Kleiner, veel laagbouw en veel groen in de buitenwijken.

Na de Sky Tower stapten we op The Link, een handige buslijn die een rondje Auckland rijdt. De missie: een iPhone 4 kopen voor Mathijs. Bij de eerste de beste winkel in Newmarket waar we binnenliepen is het gelukt en met een prepaid sim-kaart en nog een bescheiden data-plan is hij weer helemaal gelukkig.

De buitenwijken Parnell en Newmarket waren voornamelijk voor het winkelen leuk, verder is opvallend hoeveel houten huizen hier staan. Prachtige, meest al wat oudere villa’s met in sommige gevallen ook nog eens een spectaculair uitzicht vanuit de achtertuin. Wel zagen we in de etalage van een plaatselijke makelaar dat je daar al gauw een paar miljoen Nieuw Zeelandse dollars voor moet neertellen.

In de middag hebben we Devonport bezocht, een buitenwijk die aan de overkant van het water ligt, dus de ferry genomen. Vanaf het water hadden we prachtig uitzicht op de Auckland skyline die bescheiden is te noemen. In Devonport haalden we bij de i Site (toeristeninformatie) een wandelfoldertje en liepen we een rondje. Het voelde helemaal niet meer stads aan, maar heerlijk rustig en gemoedelijk met opnieuw mooie villa’s en ook wat kleine, bijna verlaten strandjes. Best mooi wonen dus.

’s Avonds hebben we bij een goed Thais restaurant gegeten (beter dan dat in Hong Kong) en daarna hebben we op de hotelkamer nog geprobeerd het GPS apparaat van de autoverhuurder te doorgronden, want overmorgen rijden we door. Maar morgen eerst nog 1 dag in Auckland.